De wetenschap en de eigen regels

In mijn blog over het Hoorcollege Kritisch denken van Johan Braeckman schrijf ik dat het aan de wetenschap is om betrouwbare methoden te ontwikkelen om de juiste oorzaak-gevolgrelaties te leggen. Daarbij hoort dan uiteraard ook de consequentie dat als die methoden er eenmaal zijn, wetenschappers zich ook aan de spelregels moeten houden die daarbij horen.

Ego boven spelregels

Helaas lezen we te vaak dat wetenschappers zich niet aan de eigen regels houden. Of de eigen regels om allerlei niet-wetenschappelijke redenen wat aanpassen of ruimer interpreteren. De schade hiervan is veel groter dan alleen één onbetrouwbaar onderzoek. Het tast het vertrouwen in de hele wetenschap aan, ook voor wetenschappers die wel naar eer en geweten handelen.

Wetenschap is ook maar een mening

Dat een paar charlatans het leven van alle wetenschappers moeilijk maken, heeft mede te maken met het feit dat mensen erg vatbaar zijn voor conclusies uit het anekdotische. Dat is geen wetenschappelijke houding, maar wel hoe de menselijke geest vaak werkt. Ieder bericht over onbetrouwbare wetenschappers is een voedingsbron voor bijvoorbeeld ideeën dat wetenschap ook maar een mening is of dat ze alleen de belangen van de grote industrieën behartigt.

We googelen zelf wel even een mening

Verder leven we in een tijd waarin we graag zelf een oordeel bij elkaar googelen. Daarbij is de kans groot dat we op blogs stuiten waarvan de schrijver erg selectief in onderzoeksland heeft gewinkeld of resultaten aanhaalt die allang weerlegd, alleen bij proefdieren naar voren komen of niet-reproduceerbaar blijken. Zo’n verwijzing naar een rapport met een ingewikkelde naam met een stempel van een betrouwbaar klinkend instituut komt al snel overtuigend over. Als ‘leek’ kunnen we niet één-twee-drie inschatten wat de waarde van zo’n onderzoek is.

Helpen wortels tegen kanker?

Ook zo kan slecht, halfslachtig en zelfs ‘voorlopig’ onderzoek dus lang schade blijven aanrichten. Dit geldt denk ik vooral voor onderwerpen waarover we, terecht of onterecht, gemakkelijk zelf een mening vormen omdat ze over ‘ons’ gaan. Denk bijvoorbeeld sociologie, psychologie of het vakgebied waarin voor iedere opvatting wel een passend onderzoeksresultaat lijkt te bestaan: voedingskunde. Of het Higgs-deeltje wel of niet bestaat is interessant, maar maakt voor je dagelijks leven niet zoveel uit. Je kunt het bovendien niet thuis onderzoeken. Dat is anders als je bang bent voor kanker. Daar wil je wat aan doen. Kilo’s wortelen eten en drinken bijvoorbeeld. Of toch beter van niet?

Ons hoofd koel houden

Het is uiteraard aan onszelf om het hoofd koel te houden en geen overhaaste conclusies te trekken over de hele wetenschap uit een nieuwsbericht over één frauderende wetenschapper. Het is ook aan onszelf om, als we een mening over een bepaald onderwerp willen vormen, op zoek te gaan naar betrouwbare bronnen en niet zomaar ieder blogje als leidraad voor ons leven te maken. Het begint echter altijd met wetenschappers die kritisch naar zichzelf, elkaar en gepubliceerde onderzoeksresultaten blijven kijken. En die ‘waarheid en geweten’ voor ‘financiën en ego’ laten gaan.

De wetenschapscultuur als basis

De wetenschap zelf en de manier waarop we deze organiseren zou bij moeten bijdragen een klimaat van kritisch kijken naar eigen onderzoek en elkaar. Bijvoorbeeld door de publicatiedwang te matigen. Je zou eventueel andere incentives kunnen zoeken als je als bestuurder van mening bent dat wetenschappers zonder prestatie-beoordelingen te lui worden om hun werk te doen.

Geef een reactie