Heart of darkness en Het kwaad

“The horror! The horror!”, zijn denk ik de bekendste woorden uit Heart of Darkness van Joseph Conrad. De woorden worden uitgesproken door Kurtz, de handelaar in ivoor, die door de hoofdpersoon Marlow uit de diepe jungle van Congo wordt opgehaald.

Wat is er zo verschrikkelijk?

Wat vindt deze Kurtz zo verschrikkelijk? De gruwelheden die hij heeft gezien? Vast. De nog grotere gruwelheden die hij zelf, in naam van de firma en eigen botte lust, heeft veroorzaakt? Ongetwijfeld. Maar zoals ik in mijn samenvatting van Heart of darkness al aangaf, is de echte horror toch vooral de gapende leegte die hij heeft ervaren zo diep in de jungle. Dankzij zijn macht, wapens en totale adoratie door de inlanders heeft Kurtz de status van een opperwezen bereikt. Hij heeft de totale vrijheid om straffeloos te doen en laten wat hij wil. Niets of niemand herinnert hem meer aan de grens tussen goed en kwaad. Maar daarmee is ook iedere zingeving verdwenen.

Het kwaad van Rüdiger Safranski

In Het kwaad bespreekt Rüdiger Safranski Heart of Darkness in het verlengde van het werk van Gautier, Baudelaire en Flaubert. In hun werk speelt de donkere kant van hun eigen verbeelding een belangrijke rol. Een doel daarbij was zichzelf volledig aan het geweld dat hoort bij het kwaad over te geven, om het op die manier te laten uitrazen. Dit zou dan uiteindelijk rust geven. Maar hierbij lag een gevaar op de loer, zoals Flaubert aangaf. Want als je het kwaad eenmaal hebt laten razen, wil je de rust dan nog wel?

“Wie eenmaal de open zee heeft ervaren zal zich op het vasteland van het burgerlijke leven nooit meer echt thuis voelen.”

Het wilde niets

In deze lijn interpreteert Safranski ook Heart of Darkness. De wildernis is in Kurtz gekropen en heeft hem verleid de grenzen van de beschaving los te laten. Dat leidt tot verschrikkelijke taferelen, zoals de gespietste hoofden op de palen voor zijn hut midden in de jungle. Maar wat nog gruwelijker is, is dat er diep in de jungle niets of niemand over Kurtz en zijn daden oordeelt. Voor de inlanders is hij, zoals gezegd, een soort God en daarmee is alles wat hij doet per definitie goed. En de natuur velt geen oordeel. De wildernis woekert gewoon voort, met totale onverschilligheid.

Wat er is, had er ook niet kunnen zijn

Of in de door Mark Wildschut vertaalde woorden van Safranski:

“Het verstorende aspect van de wildernis is niet haar wildheid, maar haar zinledige stomheid. <…>
Als de wildernis al een boodschap heeft, is het deze: doe wat je wilt, het zal zonder betekenis zijn! <…>”

Of later, nog iets compacter:

“Het ‘hart der duisternis’ is de contingentie. Contingentie betekent: wat er is kon er evengoed niet zijn, het is zonder betekenis.”

Onderweg blijven

En die totale onverschilligheid, het grote betekenisloze niets, dat is de echte horror die Kurtz heeft ervaren. En waarvoor Marlow alleen kan vluchten door continu onderweg te blijven. Eerst nog met een duidelijk doel richting Kurtz, steeds dieper de jungle in, dan alleen nog maar met de wens de jungle uit te raken. Maar nadat hij de totale leegte eenmaal heeft gevoeld, is niets meer hetzelfde voor Marlow. Hij gaat wel terug naar Europa, maar voelt zich er niet meer thuis, nu hij de ‘leugens’ doorziet waarop de Westerse beschaving is gebouwd.

 

1 gedachte over “Heart of darkness en Het kwaad”

  1. Pingback: Van Heart of Darkness naar Apocalypse Now | de Cultuurbunker

Geef een reactie